Als mens zijn we in de loop der jaren steeds verder van de natuur vervreemd geraakt. We zijn onze omgeving gaan ontwerpen, we zijn synthetische en vooral snelle oplossingen gaan bedenken voor zowel onze bebouwde omgeving als de wijze waarop we onszelf zijn gaan voeden en kleden. Dit vervuilt onze planeet enorm.
Eén van de meest vervuilende industrieën in de wereld is de industrie die cement produceert. Hét ‘verbindende’ ingrediënt voor beton. Dit is namelijk een proces waarbij door onder andere verhitting enorm veel CO2 vrijkomt. De betonindustrie zorgt volgens onderzoek voor zo’n 7% van de wereldwijde CO2 uitstoot. Het is ook nog eens de meest gebruikte bouwvorm ter wereld.
Met de magische combinatie van elementen als zand, grind en cement zijn weerzinwekkende gebouwen gerealiseerd. Beton is een sterke en makkelijk inzetbare bouwwijze, maar helaas wil het niet zeggen dat gemak en snelle productie de toekomst dient.
De industriële revolutie heeft productiesnelheid verheerlijkt en heeft gezorgd voor een consumptiemaatschappij. Tijd is geld en alles is te koop. Hierdoor is er een norm ontstaan, waarin we te veel vragen van onze planeet en waarbij we zelf de banden met onze natuurlijke oorsprong zijn verloren.
De houten revolutie
Het is van belang dat we als mensheid een balans met de natuur terugvinden om ervoor te zorgen dat de planeet zich kan herstellen. Het enige wat we hiervoor moeten doen is de natuur ruimte geven en een voorbeeld nemen aan ‘hoe de natuur werkt en herstelt’.
Houtbouw is een opkomende bouwvorm die een stap dichter bij de natuur komt en ervoor zorgt dat wij ons als mens gaan omgeven met natuurlijke elementen en de bijkomende voordelen daarvan. Biophilic Design is daar een voorbeeld van. Een natuurlijk proces dat we allemaal kennen, is het gegeven dat een boom CO2 opneemt. Maar daar is het CO2 probleem niet mee opgelost. Het is namelijk noodzakelijk om niet het individuele proces waar te nemen, maar te kijken naar het overkoepelende systeem wat een boom, maar ook een bos, in leven houdt.
Kijkend naar een opkomende industrie als die van de houtbouw, is het van extra groot belang dat we ditmaal geen problemen met problemen gaan bestrijden. Namelijk dat de productiebossen, die mogelijk ontwikkeld gaan worden ten behoeve van deze houtbouwindustrie, niet vanuit onze ‘industriele handleiding’ vormgegeven gaan worden. Als we namelijk echt goed naar de natuur kijken, zien we dat een ‘natuurlijk’ bos/ biotoop bestaat uit een verscheidenheid aan bomen, planten, schimmels en dieren.
Het is dus belangrijk, dat wanneer er een revolutie komt in de houtbouwindustrie, we geen monocultuur gaan creëren in deze productiebossen. Dit zou namelijk vergelijkbare problemen kunnen gaan veroorzaken die we terugzien in de landbouwsector, zoals de terugloop van planten, dieren en insecten door te weinig biodiversiteit en veredeling.
Er moet dus aandacht komen voor diversiteit en een balans. Hierop aansluitend kunnen we een brug slaan naar de betonindustrie. Beton blijft een belangrijke factor in de bouw en kan niet geheel weggedacht worden. Het is dus wellicht overbodig om een wig te slaan tussen de betonindustrie en houtbouw. Helaas zien we vooral een discussie ontstaan tussen beiden. Zo ook duidelijk merkbaar in het artikel ‘hout versus beton’ in het blad ‘houtwereld’, nummer 12, 09-10-’20.
Er zou juist een mooie symbiose kunnen vormen als we een balans zouden vinden in de hoeveelheid gebuikt beton en de CO2 uitstoot ervan, met de hoeveelheid gebruikt hout en de opname van CO2 als het gaat om de bouw van een woning of groter project. Als hierin eerlijke berekeningen gemaakt kunnen worden, kunnen we de beste eigenschappen van beiden materialen met elkaar combineren en ervoor zorgen dat we controle houden op een juiste manier van bouwen die ten goede komt aan mens én natuur en de toekomst van beiden. Als we net wat langer kijken, kunnen we alle oplossingen in de natuur terugvinden.